Marike vertelt:
Nadat Mounia had besloten om haar jongere broers en zusje in huis te nemen om naar school te gaan speelde zich het volgende af in Afudisen:
Murat, een oudere broer van Mounia, die niet naar school is geweest en het zeker niet gemakkelijk heeft gehad in het leven, beklaagde zich er tegen iedereen over, dat Mounia altijd maar haar eigen gang gaat, dat zij nooit iets overlegt. “Mounia die doet maar.” “Ze had dit met ons moeten overleggen.” Maar ja, met alles wat je overlegt, krijg je ook allemaal spaken tussen de wielen. Of iemand zegt: “oh, goed idee, ik ga je helpen.” En doet vervolgens niets.
Toen ik dit op had gepikt heb ik dat overlegd met Mounia en een paar dagen later, vlak voordat we weer naar huis zouden gaan, wordt Mounia ziek. Psychosomatisch ziek. Ik ken dat, want ik heb dat zelf ook. En ik ken het van haar, want we hebben lang samengewoond. Dan krijgt ze buikpijn, diarree, dan krijgt ze zwarte wallen onder haar ogen en dan wordt ze moe. Ik word altijd een beetje bang van Mounia als ze op die manier ziek is want ze lijkt dan heel zielig, maar ze is gewoon heel boos. Dus Mounia kwam weer zo aanzetten en haar jongste broertje, haar zusje en ik stonden op de patio: “Kut, Mounia is weer zo ziek. Wat zou dat zijn? Is ze bang om dit schoolproject aan te gaan? Om afscheid te nemen?” En ik vroeg aan hen: “Word je bang van Mounia als ze zo is? Ja, ja, ik ook.” “Dus haar broertje en zusje trokken de capuchon over hun hoofd: “Ik ga echt niet met Mounia praten. Ik ga avondeten maken.” En haar broertje ging ook heel druk aan de gang met iets totaal onnodigs.
Dus Mounia komt eraan en ik zeg tegen haar: “Nou Mounia, ik word bang van je als je zo doet.” En zij zegt: “Nou wat is er dan?” Ik zeg: “Nou je hebt buikpijn”. En zij: “Ja, dat is toch mijn zaak?” en ik weer: “Ja, maar ik heb er wel last van. En iedereen loopt op zijn tenen als je zo doet.” “Ja, nou en..? wat kan ik daaraan doen?” Dus ik zei: “Wat is er aan de hand? Moet je schoolproject niet veel meer overleggen met mensen, met je oom, met je oudere broer?” ………… En toen kreeg ik de vuilnisemmer over mijn hoofd! Maar echt recht vanuit haar hart. En ze begon te huilen en ze zei: “Marike g.v.d., wat heb ik aan die kuthannessen en die zitten hier met hun grote bek te zeggen “ik ga je helpen”, maar vervolgens willen ze je nog niet eens een lift geven om de papieren van mijn vader te regelen. Mijn vader heeft niet eens een identiteitsbewijs. En het kan me niets schelen of mijn broertje naar school kan gaan. Hij moet in ieder geval niet hier blijven. Ik wil niet dat hij net als mijn andere broer Murat uit huis getrapt wordt en onder de boom moet gaan slapen.” Huilend was ze dus aan het vertellen hoe ze zich voelde. Intussen zat Ismahan achter een muurtje mee te luisteren, en ook Murat zat onzichtbaar verstopt achter een muurtje mee te luisteren. De strekking van de uitbarsting van Mounia was: “al kan mijn broertje misschien niet naar school, hij heeft liefde nodig.”
Toen zei ik tegen Murat: “Kom erbij. Dit was jouw klacht.” ”Nee, nee, ik zit hier goed.” zei hij. Ik zag hem niet, maar Ismahan zat wel in beeld en ik zag dat de tranen haar over de wangen liepen. Murat was niet te bewegen om tevoorschijn te komen. Ik zei: “hoor je wat Mounia zegt?” en hij zei: “Ja, ik hoor het.”
Mounia was uitgepraat en de buikpijn was natuurlijk ook meteen weg. Ik gaf haar een dikke knuffel. Ismahan kwam tevoorschijn en Mounia zegt: “Wat zit jij nou te huilen? Kom we gaan wortels schoonmaken.” Ze lopen weg en ik kijk Murat aan. Hij kijkt beduusd. Er is iets belangrijks gebeurd.